chamsa

Klik hier voor de brochure NVO
Klik hier voor de brochure NIP

Beroepsprofiel

Het beroepsprofiel van de orthopedagoog en psycholoog in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking maakt duidelijk welke diensten orthopedagogen en psychologen kunnen verlenen die werkzaam zijn in de verstandelijke gehandicaptenzorg.
Behalve voor de beroepsgroep zelf is dit profiel bedoeld voor de afnemers van hun diensten en voor de disciplines waarmee zij zowel multidisciplinair als interdisciplinair samenwerken.
De kerntaken van orthopedagogen en psychologen in de VG sector zijn beeldvorming en diagnostiek, indicatiestelling, interventie, onderzoek, preventie en voorlichting, deskundigheidsbevordering en beleid. In grote lijnen worden die beschreven in de Leidraden Beeldvorming, Begeleiding en Behandeling bij mensen met een verstandelijke beperking.

Voorwaarden voor een goede taakinvulling zijn een degelijke beroepsvoorbereiding, regelmatige bijscholing en vormen van kritische reflectie en toetsing aan de hand van onderling afgesproken richtlijnen en standaarden.

Klik hier voor de brochure Beroepsprofiel

Beroepscode

Het doel van de beroepscode is het garanderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Cliënten weten zich bij het aangaan van een professionele relatie met NIP – psychologen of NVO – pedagogen verzekerd van ondersteuning of advisering die aan eisen van kwaliteit voldoet. De beroepsgroep weet de professionele kwaliteit van de leden van de vereniging door de code gewaarborgd en dus beschermd. In de beroepscode is het samenstel van richtlijnen vervat aan de hand waarvan academisch geschoolde psychologen en pedagogen, die lid zijn van de betreffende verenigingen, hun professionele handelen dienen vorm te geven. De code is daarmee een neerslag van kwalitatieve en morele of ethische dimensie die aan de beroepsuitoefening van beide beroepsgroepen ten grondslag liggen en voor een groot deel ook al in wetgeving zijn vastgelegd. De codes bevatten zowel concrete regels, aan de hand waarvan het gedrag van NIP – leden en NVO – leden beoordeeld kan worden, als algemene uitgangspunten waarin de geest van ‘de goede beroepsuitoefening’ is samengevat.
Indien cliënten zich door het handelen van NIP – of NVO – leden benadeeld voelen of anderszins ernstige kritiek hebben op de beroepsuitoefening van NIP – psychologen of NVO – pedagogen kunnen zij het handelen laten toetsen aan de beroepscode. De code heeft daarmee de functie van ‘klachtrecht’ gericht op genoegdoening van cliënten.
De code heeft daarnaast ook de functie als ‘tuchtrecht’ gericht op het waarborgen van de kwaliteit van het functioneren van de beroepsgeroep. Met dat laatste doel voor ogen kunnen ook andere leden van de beroepsvereniging en andere belanghebbenden het gedrag van collega-leden laten toetsen.
Voor de volledige beroepscode van zowel het NIP als de NVO kun je op onderstaande link klikken.

Klik hier voor de brochure Beroepscode web
Klik hier voor de brochure Beroepscode-voor-psychologen

Intervisie

Om te voldoen aan de voorwaarde van kritische reflectie en toetsing aan de hand van onderling afgesproken richtlijnen en standaarden neem ik deel aan intervisie.
Daarnaast is intervisie een eis in het kader van herregistratie.

Intervisie is een methodiek gericht op de professionele ontwikkeling. Bij deze methodiek staat systematische reflectie op eigen en andermans functioneren centraal, met als doel meer inzicht in eigen professioneel functioneren te verkrijgen. Intervisie is een collegiale werkvorm, er is meestal geen sprake van begeleiding.

Uitgangspunten

Uitgangspunten bij intervisie in het kader van de herregistratieregeling NVO Orthopedagoog-Generalist zijn:

  1. Bij professionalisering hoort reflectie op de eigen normen, waarden en doelstellingen en de inzichten, kennis, attitudes en werkwijzen waarop het beroepsmatig handelen berust.
  2. Anderen kunnen helpen bij het bewust maken en expliciteren van persoonlijke ervaringen en opvattingen en bij het beantwoorden van de vraag in hoeverre die van invloed zijn op het beroepsmatig handelen.
  3. Ook het expliciteren van werkwijzen en het toepassen van kennis en inzichten kunnen onderwerp van intervisie zijn.
  4. Bij dit proces is er sprake van vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. De deelnemers bepalen ieder voor zich wat ze wel of niet naar voren willen brengen, op welke wijze en wanneer. Het gaat er niet om wát iemand deed maar hóe, en wat hij daarvoor wil inbrengen.

Werkwijze

Bij intervisie is men niet in de eerste plaats gericht op het vinden van pasklare oplossingen, adviezen en tips, maar juist op het problematiseren van het professioneel functioneren, waardoor waar nodig het herzien van de eigen visie mogelijk wordt. De vaardigheid tot reflecteren is daarbij een voorwaarde. Reflectie betekent niet het zoeken van antwoorden, maar het stellen van vragen. Vragen waarmee verbindingen gelegd kunnen worden tussen:

  • het feitelijke, concrete, beroepsmatig handelen,
  • het persoonlijk ervaren en beleven van dat handelen, en
  • het achterliggende systeem van opvattingen, kennis, inzichten en werkwijzen.

Aandachtspunten

Bij intervisie gelden de volgende aandachtspunten:

  • er moet sprake zijn van een duidelijke agenda,
  • er moet een vaste frequentie van de bijeenkomsten zijn, minimaal 3 per jaar,
  • uitwisseling van actuele informatie op het terrein van de orthopedagogiek kan onderdeel van de agenda zijn,
  • er moet geanonimiseerde casuïstiek worden ingebracht.

Samenstelling intervisiegroep

De intervisiegroep moet uit minimaal drie en maximaal acht personen bestaan, allen werkzaam op het gebied van de orthopedagogiek, ofwel direct aanverwante gebieden met een primaire oriëntatie op het terrein van kinderen en jeugdigen, lees ook mensen met een verstandelijke beperking.

Verslaglegging

Er wordt voorafgegaan door de agenda van de bijeenkomst een korte samenvatting gegeven van hetgeen is besproken. Het verslag van iedere bijeenkomst kent als bijlage een ondertekende presentielijst.

De intervisiegroep waaraan ik deelneem bestaat uit vijf personen en komt 1x per zes weken bij elkaar.